In 1563 richtte Giorgio Vasari in Florence de Accademia del Disegno op, onder bescherming van groothertog Cosimo I en met hulp van de grootste, nog levende kunstenaar Michelangelo. De meest vooraanstaande kunstenaars aan het hof van De’ Medici (inclusief Vasari zelf) werden automatisch lid van de academie. Vasari’s doel met deze academie was vooral maatschappelijke erkenning voor het kunstenaarschap. Schilders en beeldhouwers hoorden nog tot gildes die niet alleen een grote macht over ze hadden, maar hen ook gelijk stelden aan andere ambachtslieden. Vasari wilde de werkelijke kunstenaars, schilders en beeldhouwers die voorheen tot verschillende gildes behoorden, met elkaar verenigen. Kunstenaars hadden namelijk in de ogen van Vasari een sterke persoonlijkheid en een universele, goddelijke genialiteit in tegenstelling tot andere ambachtslieden.
Vasari, la pittura, 1542, Casa Vasari, Arezzo
Het onderwijsprogramma dat Vasari had samengesteld, bestond uit kennis van de klassieke oudheid in beeld en taal, beheersing van het mathematisch perspectief, toepassing van de gulden snede en bestudering van de menselijke anatomie. Hoewel deze Accademie del Disegno ook open stond voor vrouwen was het vooral een mannenbolwerk. De heersende, christelijke opvattingen uit die tijd maakten dat men het idee had dat mannen, als evenbeeld van God, bij uitstek geschikt waren voor het creëren van ware kunstwerken. Wanneer vrouwen ook in staat bleken te zijn om grootse werken te vervaardigen, was dat uitzonderlijk en werd dat alom verspreid. Het feit dat Vasari in zijn ‘Levens’ ook (eigentijdse) vrouwelijke kunstenaars bespreekt, geeft aan dat hij echt niet om hen heen kon. Zij waren allen een virtuosa. Bovendien prijst Vasari deze vrouwelijke kunstenaars niet alleen vanwege hun talent, maar ook om hun sociale en professionele status. Een schrijver als Vasari kon immers niet om het respect heen dat deze vrouwen kregen van hun patronen.
In navolging van de academie in Florence richtte Frederico Zuccari, onder auspiciën van de paus, in 1593 de Accademia di San Luca op in Rome. Met deze academie borduurde hij voort op de ideeën van Vasari en ging zelfs een stap verder. In zijn boek ‘L’idea de’pittori, scultori et architetti’ (1607) paste hij de definitie van disegno aan zijn eigen denkbeelden aan. Hij stelde dat de betekenis van disegno eigenlijk il vero segno di Dio in noi (het ware teken van God in ons) was en daarmee maakte hij het exclusief mannelijk. Immers, als het artistiek scheppen een goddelijke oorsprong heeft, zijn het uitsluitend mannen die kunnen creëren, omdat zij – gelijk Adam – het evenbeeld van God zijn. Vrouwen hebben niet de mogelijkheid om God (en daarmee de scheppende, creatieve krachten) in zichzelf te ervaren omdat, zij – gelijk Eva – slechts een deel van de man zijn. In 1607 liet Zuccari officeel vastleggen dat vrouwen voortaan van het academische onderwijs zouden worden uitgesloten. Aangezien de Accademia di San Luca het prototype werd van alle Europese academies ontstond een situatie waarbij vrouwen in de wereld van de kunsten nog meer ondergeschikt gemaakt werden aan mannen. De uitsluiting van academisch onderricht heeft tot ver in de 19e eeuw geduurd. In 1897 opende de Académie des Beaux-Arts in Parijs voor het eerst haar deuren voor vrouwelijke kunstenaars, de andere landen volgden gestaag.
Fede Galizia, portret van Frederico Zuccari, 1604, Florence
Dit portret van Frederico Zuccari uit 1604 is lange tijd aangezien voor een zelfportret. Het bevindt zich in de Galleria degli Uffizi in Florence. Het was gebruikelijk dat toonaangevende kunstenaars, op verzoek van de Medici, hun zelfportret instuurden voor de portrettengalerij van het Uffizi. Zuccari heeft een portret ingestuurd dat geschilderd is door Fede Galizia (1578-1630). Haar volledige naam staat op de achterkant van het schilderij. Pas in 1988, toen het schilderij werd schoongemaakt en gerestaureerd, is men erachter gekomen dat het niet om een zelfportret ging, maar om een portret geschilderd door een befaamde kunstenares uit Milaan. Fede Galizia werd in haar tijd gezien als een ware virtuosa.
© Karin Haanappel
Uit het boek Herstory of Art door Karin Haanappel
Meer informatie: www.herstoryofart.nl